Meng de ingrediënten tot een glad deeg. Bestrooi het deeg met bloem en laat het 15 minuten rusten in de koelkast.
Voeg de mix en de melk samen. Klop tot een gladde room.
Beleg een bakplaat met bakpapier. Strooi wat bloem op het werkblad en rol het deeg langzaam uit tot een dunne lap. Steek 24 rondjes uit. Leg 12 rondjes op de bakplaat.
Schep de banketbakkersroom in een spuitzak. Doe de bosbessenconfituur in een tweede spuitzak. Verdeel de banketbakkersroom over de 12 deegplakjes. Spuit daarop telkens wat confituur.
Dek elk taartje af met een tweede deegplakje. Druk de randen aan met een vork, zodat je ribbeltjes krijgt. Strijk de taartjes in met losgeklopt ei en strooi er decoratiesuiker over. Maak in ieder taartje enkele insnijdingen, zodat de stoom weg kan tijdens het bakken. Verwarm de oven voor op 180 °C.
Bak de taartjes 16 minuten op 180 °C.
Prik de bodem van je taartjes een paar keer met een vork, zo garen ze beter.
Meng de ingrediënten tot een glad deeg. Bestrooi het deeg met bloem en laat het 15 minuten rusten in de koelkast.
Voeg de mix en de melk samen. Klop tot een gladde room.
Beleg een bakplaat met bakpapier. Strooi wat bloem op het werkblad en rol het deeg langzaam uit tot een dunne lap. Steek 24 rondjes uit. Leg 12 rondjes op de bakplaat.
Schep de banketbakkersroom in een spuitzak. Doe de bosbessenconfituur in een tweede spuitzak. Verdeel de banketbakkersroom over de 12 deegplakjes. Spuit daarop telkens wat confituur.
Dek elk taartje af met een tweede deegplakje. Druk de randen aan met een vork, zodat je ribbeltjes krijgt. Strijk de taartjes in met losgeklopt ei en strooi er decoratiesuiker over. Maak in ieder taartje enkele insnijdingen, zodat de stoom weg kan tijdens het bakken. Verwarm de oven voor op 180 °C.
Bak de taartjes 16 minuten op 180 °C.
Prik de bodem van je taartjes een paar keer met een vork, zo garen ze beter.
Wat zeggen anderen