Deze website gebruikt cookies. Externe partijen, waaronder facebook, kunnen mogelijk cookies, webbakens en andere opslagtechnologieën gebruiken voor het verzamelen en het ontvangen van gegevens over jou en het gebruik dat je maakt van onze website en elders op internet. Deze gegevens worden gebruikt voor het aanbieden van services op maat en gerichte advertenties. Indien je meer informatie wenst over cookies, gelieve hier te klikken. Het verder gebruiken van deze website impliceert jouw toestemming tot het plaatsen van deze cookies.
Als moestuinier kijk je uit naar het moment dat je de eerste zaadjes mag zaaien. Maar pas op dat je niet te vroeg begint, ook in je vierkantemeterbak. Daarom 4 handige tips!
Bekijk ook het volgende filmpje.
Moestuiniers kijken altijd uit naar het eerste zaaimoment. Het liefst beginnen ze met zaaien wanneer de eerste zonnestralen zich laten zien. Die drang om te zaaien noemen we ook zaaikoorts. Toch is het noodzakelijk om lang genoeg te wachten. Te vroeg (voor)zaaien is vaak erger dan je denkt, want de kans bestaat dat je hele teelt mislukt. Wacht sowieso met zaaien onder glas tot het maart is. Dan is er vaak voldoende zonlicht. In januari en februari is er te weinig natuurlijk zonlicht. Buiten zaaien doe je het best na de ijsheiligen (half mei). De kans op nachtvorst is dan geweken.
Niet alle gewassen hebben dezelfde eigenschappen en behoeften. Maar bescherm de zaailingen wel altijd tegen nachtvorst, daar kunnen de meeste plantjes niet tegen. Bescherm de vierkantemeterbak eventueel met glas of zeil. Zo maak je er eigenlijk een kleine serre of kweekbak van. Om te voorkomen dat het binnen te warm wordt, moet de bak open kunnen. Kies daarom voor losliggende ramen. Het best staat de vierkantemeterbak gericht op het zuiden. Zo krijgen de planten het meeste licht. Laat de ramen of het zeil schuin aflopen, zodat het regenwater eraf loopt. Heb je jonge plantjes in de bak staan en wordt er nachtvorst voorspeld? Dek de bak dan af met rieten matten of jute.
Zaailingen en plantjes hebben behoefte aan zon. Weinig licht betekent een zwakke groei, met flinterdunne zaailingen als gevolg. Licht zorgt voor de ontwikkeling van bladeren en bloemen door fotosynthese. Zorg dus altijd dat je (voorgezaaide) plantjes genoeg licht krijgen. Zet je vierkantemeterbak bij voorkeur op een plekje waar de zon minstens 6 uur per dag schijnt. Maar toch is dat ook per plant weer verschillend. Planten die behoefte hebben aan schaduw of halfschaduw hebben minimaal 4 uur (halfschaduw) of minder dan 4 uur (schaduw) zon per dag nodig.
Maart is meestal geschikt om te starten met zaaien, maar dat verschilt natuurlijk per groente. En de ene groente zaai je binnen voor en de andere zaai je direct buiten. Groenten met een langere opkweekperiode zaai je al vanaf half februari binnen voor. Ga altijd voor je zaait na wat de ideale zaaiperiode is. Een overzicht wat je wanneer (voor)zaait:
Tomaten, pepers en paprika: februari-april voorzaaien.
Aubergine: januari-maart voorzaaien.
Erwten: februari binnen en maart-april buiten zaaien.
Tuinbonen: februari binnen en maart-april buiten zaaien.
Pompoenen en courgettes: april-mei binnen en mei-juni buiten zaaien.
Komkommer: februari-mei binnen voorzaaien en vanaf mei buiten zaaien.
Radijsjes: januari-april en september binnen en vanaf april buiten zaaien.
Sla: januari-april binnen en vanaf april-mei buiten zaaien.
Zomerkolen: februari-april binnen zaaien.
Bieten: vanaf april buiten zaaien.
Let bij het zaaien altijd op goede combinatieteelt.
Wat zeggen anderen