Gazontips en weetjes
Een gezond gazon vraagt redelijk wat onderhoud. Zoals kalk strooien, verticuteren, bemesten en maaien. Maar weet je ook hoe je die taken het best uitvoert? En waarom? We geven je tips en weetjes.
Kalk strooien
- Wist je dat de bodem van nature zuurder wordt? Laat de zuurtegraad (pH) van je bodem ontleden bij AVEVE, dan weet je hoe het ermee gesteld is.
- Je kunt die verzuring tegengaan door elk jaar kalk te strooien. Dan groeit je gras beter en hebben mos en onkruid minder kans om door te breken.
- Heeft je gazon lang geen kalk meer gekregen? Dan is 25 kg kalk per 100 m2 aangewezen. Voor een onderhoudsbekalking is 10 kg per 100 m2 genoeg.
- Kalk strooien kun je het hele jaar door. Maar de beste periode is het najaar. Zo leg je een goede basis voor de volgende lente.
- Om de kalk goed te verdelen kun je een meststofstrooier gebruiken.
- Het beste moment voor een kalkbeurt? Juist voor een regenbui. Dan neemt je gazon de kalk snel op.
Verticuteren
- Verticuteren kan alleen wanneer het minstens 14 °C is. De beste maanden zijn april/mei en september/oktober.
- De snijdiepte om te verticuteren moet 3 à 5 mm zijn.
- Heb je niet al het organisch materiaal losgekregen bij het verticuteren? Doe het dan nog eens, maar rij deze keer haaks of schuin op de eerste rijrichting.
- Na het verticuteren ziet je gazon er erg schraal uit. Zaai kale plekken weer in, dan komt je gazon er snel bovenop.
- Je bereikt het beste resultaat als je eerst het mos bestrijdt en daarna verticuteert. Zo haal je het afgestorven mos uit het gazon.
Bemesten
- Weet je niet wanneer je je gazon moet bemesten? Onthoud: 3, 6, 9. Die getallen staan voor maart, juni en september. Vergelijk het met je ontbijt, lunch en avondeten.
- Er bestaan meststoffen die tegelijkertijd ook mos en onkruid bestrijden. Twee vliegen in één klap!
- Veel klavertjes in je gazon? Dan is er te weinig voeding in de bodem. Een ideaal moment om te bemesten.
- Verdeel de meststoffen goed over je gazon. Strooi daarom in twee keer. De tweede keer dwars op de eerste strooirichting.
- Het ideale moment om te bemesten is na een maaibeurt en wanneer er regen op komst is. De temperatuur moet hoger dan 10 °C zijn. Bemest niet in volle zon, anders is de kans op verbranding erg groot.
- Geen regen op komst? Besproei je gazon direct na het uitstrooien van de meststoffen. Zo versnel je hun werking.
- Als je te veel strooit, kan je gazon verbranden. Volg altijd de richtlijnen op de verpakking.
Maaien
- Maaien doe je het best wekelijks, of zelfs twee keer per week, van maart tot oktober. Zo krijg je een dichte grasmat en heb je minder last van onkruid en mos.
- In droge periodes maai je het best ‘s avonds. Dan vermijd je schroeiplekken in je gazon.
- Met een mulchmaaier hoef je geen maaisel op te ruimen. De mulchmaaier versnippert het gras en blaast het terug in het gazon.
- Maai niet korter dan 3,5 cm, anders krijg je makkelijk mos in je gazon.
- Wordt er veel gelopen over je gazon? Dan rij je het beter wat hoger af.
- Een paar maaibeurten overgeslagen? Maai het gras niet in een keer heel kort. Rij nooit meer dan een derde van de lengte van het gras af. Anders verdroogt het gras sneller en breekt onkruid makkelijker door. Stel de messen bij elke maaibeurt wat lager af tot je de gewone lengte bereikt.
Water geven
- Het beste water om te gieten is regenwater dat van het dak komt. Dat heeft dezelfde temperatuur als de omgeving en er zit geen chloor in.
- Je gazon heeft tijd nodig om het water op te nemen. Loop tijdens het sproeien en juist erna niet over het gras.
- Het is beter af en toe veel water te sproeien dan elke dag een beetje.
- Je kunt zien wanneer het gras water nodig heeft. Blijven je voetafdrukken zichtbaar als je over je gazon wandelt, dan is het tijd om water te geven.
Mollen
- Een mol eet het liefst regenwormen en slakken. Hij moet elke dag bijna de helft van zijn eigen lichaamsgewicht eten om te overleven.
- Het territorium van een mol is ongeveer 400 m². Het beestje verzet dagelijks tot 15 kg aarde.
- Een mol heeft aan beide voorpoten een extra graafduim om meer aarde in een keer weg te scheppen.
- Je verjaagt een mol het best met trillingen en geluiden. Een mol kan heel goed horen en voelen.
- Ook geuren werken goed tegen mollen. Geurcapsules met lookolie zijn bijvoorbeeld heel efficiënt. Of plant keizerskroon (Fritillaria imperialis) in je tuin. Die plant verspreidt een geur die mollen weghoudt en wordt daarom ook ‘mollenplant’ genoemd.
