Huisvesting voor je konijn: 6 vuistregels
1. Geef je konijn genoeg ruimte
Ga je voor twee konijnen? Een kooi voor twee dieren is minstens 160 centimeter lang en 80 centimeter breed. Konijnen zijn erg actief. Geef ze daarom bij voorkeur een ren. Hoe meer ruimte, hoe beter!
2. Kies een geschikte plek
Plaats de kooi op een rustige plaats. Vermijd direct zonlicht, contact met andere hittebronnen, tocht en sigarettenrook. Konijnen zijn gevoelig voor oververhitting. Ze voelen zich het prettigst bij een temperatuur tussen 12 en 22 °C.
3. De juiste bodembedekking
Als bodembedekking zijn strokorrels, houtvezel, hennepvezel of stro geschikt. Hoe dikker de bodembedekking, hoe beter. Konijnen houden van graven.
4. Binnen of buiten?
Je kunt gezonde konijnen het hele jaar door buiten houden. Zorg er wel voor dat het buitenhok waterdicht en tochtvrij is en dat er voldoende schaduw is bij zonnig weer. Wil je het hok nog beter isoleren? Dat kan door extra bodembedekking en stro te voorzien. Controleer bij extreme temperaturen regelmatig of het drinkwater niet bevriest of te warm wordt.
5. Maak de kooi regelmatig schoon
Verwijder dagelijks oud bederfbaar voer en uitwerpselen. Reinig de hele kooi één keer per week. Leg na de schoonmaak opnieuw wat oud nestmateriaal in de kooi. Op die manier herkent je konijn zijn geur en zijn vertrouwde kooi.
6. Zorg voor een leuke inrichting
Konijnen zijn erg onderzoekend. Geef ze voldoende ruimte en geschikte voorwerpen om mee te spelen. Zo voorkom je dat je konijn zich gaat vervelen.