5 vuistregels voor de huisvesting van je ratten
1. Geef je ratten een ruime, aangepaste kooi
Een kooi voor twee ratten is minstens 80 centimeter lang, 60 centimeter breed en 70 centimeter hoog. Liefst voorzien van dwars traliewerk, want ratten klimmen goed en graag. De ideale kooi heeft etages en een diepe bodem met veel graafmateriaal.
2. Kies een geschikte plek
Plaats de kooi op een rustige plaats. Vermijd direct zonlicht, contact met andere hittebronnen, tocht en sigarettenrook. Een temperatuur tussen 18 en 26 °C en een luchtvochtigheid van 30 tot 70% zijn ideaal.
3. De juiste bodembedekking
Kies als bodembedekking voor stofvrij houtvezel, hennepvezel, maïsbedding of strokorrels. Hoe dikker de bodembedekking, hoe beter. Ratten houden van graven. Strooi een laag van minstens 20 centimeter dik om de urine goed te absorberen. Als nestmateriaal kun je hooi of papier- of katoenbedding gebruiken.
4. Maak de kooi regelmatig schoon
Verwijder dagelijks oud bederfbaar voer en uitwerpselen. Maak de hele kooi één keer per week schoon. Vernieuw het nest niet te vaak. Ratten vinden dat stresserend.
5. Zorg voor een uitdagende inrichting
Ratten zijn erg intelligent en gaan graag op onderzoek. Geef ze daarom voldoende ruimte en geschikte voorwerpen om mee te spelen. Zo voorkom je dat ze zich vervelen en afwijkend verdrag vertonen. Al na drie tot vier dagen verliezen ratten hun interesse. Verwissel daarom elke week de inrichting van de kooi. Doe dat bijvoorbeeld met kartonnen keuken- of toiletrollen, dozen, touwen, wilgen- en fruitboomtakken en voerpuzzels.