De patisson is een pompoenachtige vrucht. Andere benamingen zijn keizers-, bisschops- of prinsenmuts. De patisson is 15 tot 20 cm groot, heeft een puntige vorm en is wit, geel of groen van kleur. Zoals alle komkommerachtigen is de vrucht afkomstig uit Zuid- en Centraal-Amerika. De Inca’s aten al patisson in combinatie met maïs en groene bonen. Ook Columbus leerde de vrucht kennen en stopte heel wat plantgoed in zijn galjoen richting Spanje. Toen de patisson daar aankwam, zagen de mensen er vooral een siervrucht in voor hun tuintjes en decors. Ook nu nog geeft de kruipplant een decoratieve meerwaarde aan onze moestuinen. In de eerste plaats door de mooie, grote, oranje bloemen waaruit de vrucht tevoorschijn komt.
Wat zeggen anderen