Wat kan ik doen aan de molshopen in mijn tuin?
De mol is vooral bekend om zijn soms vervelende molshopen. Maar deze ondergrondse wroeter met fluweelzachte zwarte vacht is een erg nuttig dier. Wat kan ik doen voor de mol in mijn tuin?
Wil je geen ongewenste bezoekers in de tuin?
Klik door naar volgend onderdeel van dit artikel:
Hoe herken je mollen in de tuin?
Mollen graven gangen onder de grond. Het zijn dan ook de typische molshopen die hun aanwezigheid weggeven. Hoewel het zeldzaam is om het beestje boven de grond te spotten, is het toch mogelijk dat je er eentje door de tuin ziet wandelen. De mol is erg herkenbaar met z’n cilindervormige lichaam dat volledig is bedekt met zwartgrijze haren. Met zijn schopvormige voorpoten kan hij erg goed graven.
Een mol in de tuin herken je aan...
- zandhoopjes in het gazon of in het bloemenperkje
- verdwenen planten en bloemen
Molshopen ontstaan doordat mollen het zand uit de gangen naar boven drukken. Het overtollige zand komt zo op je grasmat terecht. Hoe dieper een mol graaft, hoe groter de molshoop is. Bovendien maken ook woelratten hopen met zand. De hoopjes van woelratten hebben een ingang aan de zijkant en zijn onregelmatig gevormd. Je herkent het gangenstelsel duidelijk van bovenaf.
Molshopen of niet... het beestje is toch erg nuttig in je tuin. Als mollen zich een weg graven door de bodem, verluchten ze ook meteen de grond waardoor je planten meer voedingsstoffen en water kunnen opnemen. Daarbovenop houdt de mol van insecten die je planten aanvreten en andere soorten overlast veroorzaken – en hij voorkomt overmatige onkruidgroei !
Velen denken dat mollen blind zijn, maar het diertje kan wel degelijk zien door z’n piepkleine oogjes. Toch is zijn spitse, roze snuit met de gevoelige snorharen z’n belangrijkste zintuig. Mollen communiceren met elkaar door middel van geuren en geluiden - vooral geluiden vangt de mol goed op. Ze zijn territoriaal ingesteld waardoor er zich vaak slechts 1 mol in je tuin vestigt.
Diervriendelijk mollen verjagen
Het is natuurlijk niet fijn als er steeds hoopjes zand in je gazon of in het bloemenperkje verschijnen. Mollen zijn het hele jaar actief, maar vooral in de winter vind je grotere hoopjes terug omdat het beestje zich dieper in de grond graaft voor wat extra warmte. Gelukkig zijn er verschillende manieren om mollen te verjagen – en dat steeds op diervriendelijke wijze!
- Je kan mollen verjagen met geluid en trillingen. Mollen zijn erg gevoelig voor trillingen, maar net zo goed voor geluiden. Zo werken ultrasone apparaten goed om mollen uit hun gangenstelsel te krijgen.
- Je kan ook creatief te werk gaan. Zo kan een bodemloze fles in de molshoop werken, omdat de wind een onaangenaam trilgeluid verspreidt in de gangen. Let wel op dat het even duurt voordat de mol z’n gangen verlaat en dat ultrasone toestellen vaak wat handiger en efficiënter zijn in gebruik.
- Je kan mollen verjagen met geuren die ze onaangenaam vinden. Daar gebruik je speciale en milieuvriendelijke mollen-weggeurzakjes voor of strooigranulaat dat mollen verdrijft. De producten in je Aveve-winkel zijn veilig voor dieren en voor je planten.
- Wil je wat extra geuren toevoegen? Gebruik dan mollencarbid waar je wat water op doet of knoflookteentjes die je in de uiteindes van de gangen stopt. Ook ui, mottenballen en een in ammoniak gedrenkte doek kunnen helpen om mollen te verdrijven.
- Planten als keizerskroon, nieskruid, tuingloxinia en kruisbladwolfsmelk verspreiden ook een onaangename geur voor mollen. Je kan de planten toevoegen aan je tuin om mollen te verjagen en te weren. Zo nemen andere mollen het vrije territorium niet in.
- Je kan mollen verjagen door ze simpelweg te storen tijdens hun graafsessies. Maak de ingangen dicht door elke dag de molshopen weer plat te strijken. Hun gangen zakken dan steeds in en al dat gegraaf maakt de mol onrustig. Het beestje zoekt zo andere oorden op.
Gebruik nooit gif om mollen te bestrijden of te vangen en haal ook geen milieuonvriendelijke rookpatronen in huis. Zulke zaken zijn helemaal niet gunstig voor andere dieren en planten.
Wil je een tuin zonder mollen en dat voor altijd? Dat kan! Gebruik fijnmazig gaas dat je een paar centimeter in de grond graaft voordat je je gazon, bloemenperkje of plantentuin aanlegt. Zo kunnen mollen zich niet vrij voortbewegen en zoeken ze al snel andere oorden op.
Kan je mollen vangen?
Het is mogelijk om een mol te vangen met een diervriendelijke mollenval. Het ziet eruit als een lange buis met deurtjes waar de mol vervolgens niet meer uit kan. Controleer de buis minstens 2 keer per dag. Het beestje moet namelijk zeer regelmatig eten waardoor ‘ie snel verhongert. Breng de mollenval met het diertje vervolgens naar een plek ver van je huis en dat van anderen.
Mollen leven in weilanden, bossen, bij bosranden en in boomgaarden en tuinen. Het beestje komt overal voor waar de grond geschikt is om te graven – niet te zandig, te vochtig, zonder stenen – en met een niet te zure bodem met regenwormen. Controleer de plek waar je de mol uitzet op andere molshopen. Kies een plekje uit zonder molshopen zodat de mollen niet vechten met elkaar om het territorium.
Moet je een professional laten langskomen?
De mol is een nuttig diertje. Hij eet heel wat schadelijke insecten en graaft tunnels die voor een betere drainage en verluchting van de grond zorgen. Desondanks heeft hij een slechte reputatie, want niemand ziet graag molshopen in zijn gazon. Schakel een professional in als je de mollen echt niet zelf weg krijgt of als je een groot veld of grote tuin mollenvrij wil maken. Informeer bij je gemeente.
De beste methode is leren leven met mollen en molshopen. De periode waarin mollen hopen maken is kort. Wanneer je een nieuwe molshoop ziet in je tuin, verspreid je de aarde in het gras eromheen. Zo ontstaan er geen kale plekken in het gras. En na de eerste regenbui zie je nog weinig van de molshoop.
Je kan mollen altijd verjagen met toestellen die geluid of trillingen veroorzaken. Deze zijn efficiënt en veilig voor de mol. Onthuid vooral dat de aanwezigheid van de mol wijst op een gezonde en vruchtbare bodem. Mollen hebben namelijk een goed functionerend ecosysteem nodig om te overleven.
