Deze website gebruikt cookies. Externe partijen, waaronder facebook, kunnen mogelijk cookies, webbakens en andere opslagtechnologieën gebruiken voor het verzamelen en het ontvangen van gegevens over jou en het gebruik dat je maakt van onze website en elders op internet. Deze gegevens worden gebruikt voor het aanbieden van services op maat en gerichte advertenties. Indien je meer informatie wenst over cookies, gelieve hier te klikken. Het verder gebruiken van deze website impliceert jouw toestemming tot het plaatsen van deze cookies.
Teeltrotatie is belangrijk om problemen in de moestuin zoveel mogelijk te voorkomen. Ga er maar even goed voor zitten en maak een plan waar je jaren plezier van hebt.
Teeltrotatie wordt ook wel vruchtwisseling genoemd. Het betekent dat je je groenten wisselt van plaats. Door deze wisseling is de kans op uitputting van de grond, en daardoor de kans op ziekten en plagen, een stuk kleiner. Vaak wordt er een vruchtwisseling van 1:3 geadviseerd, maar veel beter is het om een ruimere vruchtwisseling van 1:5 of zelfs 1:8 toe te passen. Dat is trouwens ook afhankelijk van de grondsoort. Op zandgrond verspreiden ziekten en plagen zich gemakkelijker dan op kleigrond. Het beste verdeel je je tuin in vier vakken, en elk vak vervolgens weer in twee bedden. Zo heb je in totaal acht bedden waarin je de groenten optimaal roteert. Per vak zet je enkel groenten die tot dezelfde plangroep behoren.
Groenten zijn onderverdeeld in verschillende plantgroepen of –families. Een groep bestaat uit groenten die dezelfde standplaats en ongeveer dezelfde voedingstoffen nodig hebben. Ook kunnen ze goed met elkaar overweg. Het is dus handig om groenten uit dezelfde plantgroep bij elkaar in een vak te zetten. En ze steeds per groep te wisselen. Wat verschillende plantgroepen en groenten: Kolen: bloemkool, spruiten, boerenkool, savooiekool, witte kool, koolrabi maar ook broccoli. Bladgewassen: sla, selder, kervel, spinazie, andijvie, postelein Vruchtgewassen: komkommer, courgette, tomaten, aubergine, paprika en pepers Wortelgewassen: uien, bieten, wortelen. Peulgewassen: bonen, erwten En dan hebben ook nog de vele kruiden die behoren uiteraard tot de plantgroep kruiden.
Bij het maken van een goed schema moet je letten op de behoeften die de verschillende groenten hebben. Groenten die heel hard groeien hebben veel mest nodig, maar ze laten ook veel voedingsstoffen achter als ze eenmaal gerooid zijn. Daar kan een volgend gewas, dat wat minder voeding vraagt, in het tweede jaar profijt van hebben. In het derde jaar zet je een gewas dat nog minder voedingsstoffen nodig heeft op deze plek, peulvruchten bijvoorbeeld. Peulvruchten laten stikstof in de bodem achter. Veeleisende groenten maken hier in het vierde jaar dankbaar gebruik van. Daarna bemest je het stukje grond weer flink voor een veelvraat als rode kool
Voorbeeldschema voor een vruchtwisseling van 1:8: Vak 1: in bed 1a plant je rodekool, bloemkool en broccoli. In bed 1b spruitjes, radijs en rammenas. Vak 2: in bed 2a zet je aardappelen. In bed 2b wortelgroenten zoals witlof, bietjes, uien, pastinaak en worteltjes. Vak 3: in vak 3a zet je vroege peulvruchten. In vak 3b begin je met bladgroenten zoals sla, andijvie en spinazie, daarna zet je hier late bonen. Vak 4: in vak 4a zet je tomaten en in vak 4b pompoen, courgette of komkommer. Het tweede jaar schuiven alle groenten één vak op, de groenten van vak 1a gaan naar vak 2a etc. Na vier jaar zet je alle groenten weer in hetzelfde vak maar dan in het andere bed. De kolen komen dan in 1b en de spruitjes in 1a etc. Na acht jaar ben je helemaal rond.
Ben je niet zo’n nauwkeurige tuinier of vind je de regels van teeltrotatie overdreven? Zeker als je kool teelt, is teeltrotatie zeer belangrijk. Zet maximaal 1x per 6 jaar dezelfde koolsoorten op dezelfde plek anders ligt knolvoet op de loer. Zit er eenmaal knolvoet in je grond, dan krijg je de schimmel er nooit meer uit. Zaai daarom altijd zelf kool of koop je koolplanten enkel in een tuincentrum. Koolplantjes van bevriende tuiniers zijn misschien al besmet. Wil je aardbeien in je tuin? Geef deze dan een extra vak, aardbeien mogen drie jaar op dezelfde plaats staan. Let bij het maken van een schema ook op goede en slechte buren. Zet je aardbeien niet naast het koolbed, want aardbeien trekken namelijk het schadelijke witte koolvliegje aan.
Wat zeggen anderen