Thuisgeleverd binnen 1 tot 3 werkdagen Gratis verzending vanaf € 49 (tot 59 kg)* Gratis retourneren Ophalen in > 200 winkels

De grond van je moestuin voorbereiden van A tot Z

Het is weer zover, de lente is in aantocht! De grond van je moestuin voorbereiden doe je het best nu al. Zo kan je bodem nog even op adem komen alvorens je begint met zaaien en planten. Met een goed voorbereide bodem krijgen je moestuinplantjes een gezonde start.

Wat is de beste grond voor een moestuin?

Een vruchtbare bodem is kruimelig en luchtig van structuur. Goede grond voor een moestuin laat goed water door en bevat veel humus en voedingsstoffen.

Bepaal de grondsoort van je moestuin

Bepaal de grondsoort in je moestuin aan de hand van een bodemstaal. Bij analyse van deze staal kom je de zuurtegraad (pH) en grondsoort te weten. Zo weet je ook meteen wat je te doen staat om je grond te optimaliseren.

Hoe maak je een representatief bodemstaal?

Zo ga je te werk:

  • Een representatief staal bevat ongeveer 200 gram grond.
  • Neem hiervoor 5 à 10 deelstalen grond op verschillende plaatsen in je tuin.
  • Doe deze deelstalen in een emmer en meng de grond goed door elkaar.
  • Schep 200 gr in een zakje of potje en laat dit analyseren in een Aveve-winkel.

Je kan ook zelf een pH-bodemtest uitvoeren of de zuurtegraad meten met een pH-meter.

Aan de hand van de bodemanalyse bepaal je de volgende stappen om je grond voor te bereiden. De grondsoorten die het meest voorkomen zijn zandgrond, kleigrond, veengrond en bosgrond.

Afbeelding van een man die een bodemstaal test - Aveve

De voordelen en nadelen van de meest voorkomende grondsoorten

Iedere grondsoort heeft zijn voor- en nadelen voor het kweken van planten. Sommige planten groeien bijvoorbeeld beter in een zure grond. Denk bijvoorbeeld aan de Rododendron, de Azalea en de Hortensia. In deze tabel concentreren we ons op grond voor je moestuinplanten.

Grondsoort

Voordelen - Nadelen - Wat te doen?

Zandgrond

+Warmt snel op +Is makkelijk te bewerken +Laat heel goed water door +Luchtig -Houdt niet goed voedingsstoffen vast -Houdt niet goed water vast


Werk veel compost of biologische meststoffen door je grond

Mest regelmatig bij

Voeg regelmatig bodemverbeteraar toe, ook wanneer je planten groeien

Voeg bij het zaaien of aanplanten potgrond voor de moestuin toe. Verwerk 10 cm diep door je grond.

Geef voldoende water en grotere hoeveelheden. Mest nadien ook weer een beetje bij.

Kleigrond

+Bevat veel voedingsstoffen -Niet luchtig -Blijft lang nat -Warmt traag op -Moeilijk doordringbaar voor wortels


Verwerk turf in je bodem.

Verwerk compost en perliet in de bodem. Perliet maakt de grond luchtiger en helpt met de drainage.

Spit je bodem goed en diep om.

Strooi meermaals per jaar goede compost of meststof voor moestuin

Veengrond

+Opgebouwd uit organisch materiaal +Rijk aan voedingsstoffen +Makkelijk te bewerken +Goede waterhuishouding -Heel erg zuur -Soms te nat -Soms zompig


Werk regelmatig wat korrelkalk door je bodem

Spit je bodem goed om.

Strooi meermaals per jaar meststoffen

Geef minder vaak water dan bijvoorbeeld zandgrond

Bosgrond

+Makkelijk te bewerken -Arm aan voedingsstoffen -Een beetje te zuur


Werk wat korrelkalk door je bodem

Mest enkele keren per seizoen goed bij met meststof voor de moestuin

Grond voorbereiden voor je moestuin: zo doe je dat

Een goed voorbereide grond is weer optimaal in conditie om je planten goed te helpen groeien. Geef je grond wat extra liefde en aandacht voordat je van start gaat met het nieuwe teeltseizoen.

De beste periode om je grond voor te bereiden is in maart. Ga je graag snel van start in je moestuin? Overweeg dan een serre. In een serre regel je zelf mee het klimaat. Het is er sowieso warmer dan in je moestuin. Je plantjes en zaadjes zijn ook beter beschermd tegen wind, regen en vorst.

Zo bereid je je moestuingrond voor:

  • Maak de grond goed los met een biovork of woeler. Spitten is niet nodig bij een zandgrond, hiermee verstoor je het bodemleven. Heb je kleigrond in je tuin? Dan kan spitten helpen om de bodem een beetje luchtiger te maken.
  • Controleer de zuurtegraad van je grond met een pH-meter. De meeste planten groeien goed in grond met een pH-waarde tussen ongeveer 5,5 en 7,5. Is je pH-waarde lager dan 5,5? Dan is je grond te zuur. Werk wat korrelkalk door de aarde totdat je pH-waarde op peil is. Voeg bij een kalkrijke grond (pH hoger dan 7,5) wat tuinturf aan de bodem toe.
  • Werk een bodemverbeteraar door de grond. Met een goede bodemverbeteraar stimuleer je de biologische activiteit. De verbeteraar activeert de opname van voedingsstoffen en helpt bij de aanmaak van humus. Je planten krijgen zo alvast een goede start.
  • Gedroogde koemest is een goed alternatief om als bodemverbeteraar te gebruiken. Je bodem bevat meteen een goede dosis voedingsstoffen. Het stimuleert ook de aanmaak van humus, waardoor je bodem beter voedingsstoffen vasthoudt. Door de betere bodemstructuur vinden de wortels van je planten makkelijk hun weg.
  • Werk ook al wat organische meststoffen door je bodem. Je bodem is nu geoptimaliseerd voor het komende teeltseizoen.

Afbeelding van een vrouw die grond in de moestuin bemest - Aveve

De grond van je moestuin bemesten

De grond van je moestuin bemesten kan eigenlijk het hele jaar door. Het hangt ook af van welke grondsoort je hebt. Er zijn wel enkele strategische momenten om je moestuingrond extra voedingstoffen te geven:

  • Voor aanvang van het teeltseizoen, in maart. Werk bij de voorbereiding van je grond al wat bodemverbeteraar en organische meststof door je bodem.
  • Als de eerste groene plantjes boven de grond verschijnen bemest je nog een beetje extra.
  • Elke plant heeft zijn eigen noden. Bekijk voor iedere groentesoort hoeveel mest de plant graag krijgt. In het assortiment van Aveve vind je meststoffen voor specifieke groente- en fruitsoorten terug.
  • Ben je na het oogsten in juli en augustus niet meer van plan om wintergroenten te planten? Zaai dan groenbemesters in je moestuingrond. Ze geven mooie bloemen en sterven in de winter af. Zo is je grond ook goed gevoed in de wintermaanden.

Welke meststoffen hebben mijn planten nodig?

Stikstof, fosfor en kalium zijn levensnoodzakelijke voedingsstoffen voor alles wat er groeit en bloeit in je tuin. De NPK-formule geeft aan hoeveel stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) er in de meststof zit. Dat zijn de drie belangrijkste elementen die de gezondheid van je planten bevorderen.

  • Ook magnesium en sporenelementen zijn onmisbaar voor je planten. Wat dragen al die stoffen precies bij?
  • Stikstof (N) bevordert de groei van de plant, zowel van de bladeren als van de stengel. Heeft je plant te weinig stikstof, dan worden de bladeren geel en de oudste bladeren vallen te vroeg af. Ook te veel stikstof is nadelig: je planten groeien onregelmatig en worden gevoeliger voor ziektes.
  • Fosfor (P) stimuleert de ontwikkeling van de wortels. Daardoor neemt de plant water en voedingsstoffen beter op.
  • Kalium (K) geeft je plant stevige cellen die het water beter vasthouden. Daardoor verhoogt de weerstand van de plant tegen droogte, vorst en schimmelziektes.
  • Magnesium (Mg) is het centrale element voor de fotosynthese en de vorming van bladgroenkorrels. Het zet zonlicht om in energie en stelt de plant in staat bladeren te ontwikkelen. Een gebrek aan magnesium herken je eerst aan de oudste bladeren die geel worden tussen de nerven.
  • Sporenelementen zijn onmisbare stoffen zoals ijzer, zwavel, boor, mangaan en zink.

Je vindt al deze levensnoodzakelijke voedingsstoffen voor je planten terug in organische meststoffen. Deze zijn gemaakt van plantaardige en dierlijke grondstoffen. Bacteriën en minuscule beestjes in de bodem zetten die organische stoffen om in voedingsstoffen en humus.

Organische meststoffen stimuleren dus niet alleen je plantengroei, maar verbeteren ook de bodem. Humus maakt de bodem luchtiger en kruimeliger en zorgt ervoor dat de grond het vocht langer vasthoudt. Daardoor spoelen ook de voedingsstoffen niet weg en wortelen je planten beter in de bodem.

Afbeelding van twee handen die grond met wormen in vasthoudt - Aveve

Gebruik van groenbemester

Verbeter de grond in je moestuin met gebruik van groenbemesters. Deze planten zien er mooi uit én ze verbeteren de bodemstructuur. De bladeren van groenbemesters worden na het omspitten in de bodem snel omgezet in nuttige voedingsstoffen.

Voordelen van groenbemesters:

  • stimuleren het bodemleven.
  • verbeteren de bodemstructuur met hun wortelgestel.
  • maken de bodem vruchtbaar.
  • minder kans op onkruid.
  • trekken nuttige insecten en vlinders aan.

Welke groenbemester gebruik je voor je moestuin?

Facelia (Phacelia tanacetifolia), mosterd (Sinapis alba), witte- en rode klaver (Trifolium), wikke, lupine en grasachtigen zijn veel toegepaste groenbemesters.

Facelia als groenbemester:

  • Groeit supersnel: bedekt de bodem heel snel waardoor onkruid geen kans krijgt.
  • Zaai in juli en augustus. Strooi het zaad gewoon uit over de bodem.
  • Zaai je later in het seizoen? Gebruik dan meer zaad. De plantjes blijven kleiner en je hebt dus meer zaad nodig om de bodem te bedekken.
  • Facelia wordt tussen 60 en 80 cm hoog.
  • De bloemetjes trekken veel bijen aan. Daarom de alias “bijenbrood
  • De plant sterft aan het begin van de winter af. Je spit ‘m makkelijk om.

Afbeelding van Facelia planten met paarse bloemetjes - Aveve

Mosterd als groenbemester:

  • Zaai in augustus en september. Het handige is dat je moestuin dan bijna helemaal leeg is.
  • Zaai mosterd circa 2-3 cm diep met een rijafstand van 10-25 cm.
  • Door hun massale bladmassa zijn ze zeer geschikt om onkruid te onderdrukken.
  • Zorg voor een kruimelige grond voor je mosterd zaait.
  • Maai de omvangrijke bladmassa eerst af voor je gaat spitten.
  • Mosterd is erg vorstgevoelig en vriest makkelijk af.

De meeste groenbemesters zaai je vanaf het voorjaar tot eind september. Vooral kruisbloemige groenbemesters, zoals mosterd, kun je nog laat zaaien. Deze kiemen namelijk erg snel en ook bij lage temperaturen.

Bijna allegroenbemesters zijn vorstgevoelig en sterven in de winter af, dit maakt het onderspitten van de plantenresten een stuk makkelijker. De ondergespitte delen zorgen zelfs in de winter voor een goed bodemleven.

Afbeelding van goudgele mosterdplantjes tegen een blauwe hemel - Aveve

Wat is de beste groenbemester voor jouw grond?

Mosterd en facelia zijn voor alle gronden goede groenbemesters. Ze doen het ook op bijna alle gronden erg goed.

Facelia:

  • Facelia doet het minder goed op zware kleigrond of heel kalkrijke grond.
  • Deze plant met zijn mooie paarse bloemen verdraagt wel wat schaduw, waardoor het ook mogelijk is de plant in een boomgaard te zaaien.

Mosterd:

  • Neemt stikstof (N) op uit de grond met z’n sterk ontwikkeld wortelgestel.
  • Ook grasachtigen hebben deze eigenschap. Wanneer je dus een stikstofrijke bodem hebt, is het goed om een van deze twee groenbemesters te kiezen.

Vlinderbloemigen, zoals klaver en wikke verrijken de grond juist met stikstof en zijn dus geschikt voor een stikstofarme grond.

Meststofstrooiers gebruiken

Vaak zijn meststoffen verpakt in strooidozen. Zo breng je makkelijk een goede en verspreide dosis meststoffen aan.

Heb je een hele grote moestuin? Gebruik dan een meststofstrooier. Zo verspreid je de meststoffen gelijkmatig. Met de hand bestaat de kans dat er op sommige plaatsen heel veel meststoffen terecht komen en op andere plaatsen bijna niets. Je verspreid er ook heel makkelijk kalkkorrels of graszaad mee. Dat is mooi meegenomen!

Verse mest gebruiken in de moestuin?

Verse mest gebruiken in de moestuin raden wij niet aan. Er zitten niet heel veel voedingsstoffen in verse mest. Verse mest moet eigenlijk eerst nog enkele maanden composteren om goed te zijn.

Groenten zoals wortels, uien, look en bonen houden helemaal niet van verse mest. Bovendien trekt verse mest een hoop insecten aan die nadelig zijn voor je groenten. Je verhoogt de kans op ziektes en plagen in je moestuin.

Afbeelding meststofstrooier - Aveve

Je moestuin omspitten: ja of nee?

Je moestuin omspitten, doe je het nu beter wel of niet? We leggen de voor- en nadelen even voor je uit.

Je moestuin omspitten: de voordelen

Spitten is een eeuwenoude methode voor het klaarmaken van de grond. Door te spitten zorg je ervoor dat zware grond, zoals bijvoorbeeld kleigrond en veengrond, makkelijker te bewerken is.

  • Verwijder 2 weken voor het spitten alle wortelonkruid zoals paardenbloemen met een onkruidbestrijder.
  • Je brengt meer zuurstof in de grond. Zo komen er mineralen vrij die je bodem vruchtbaarder maken.
  • Met het spitten verwijder je overig onkruid. Het is ook het ideale moment om een bodemverbeteraar door je grond te werken.

Wanneer kan je best je moestuin omspitten? Spit kleigrond in de herfst of in het begin van de winter, net na de eerste vorst. Dan voorkom je dat slakken hun eitjes tussen de kluiten afzetten. Zo heb je het jaar erna dus minder slakken. Spit niet na hevige regen, dat maakt de grond veel te zwaar om te bewerken.

Je moestuin omspitten: de nadelen

Omspitten heeft niet alleen voordelen:

  • Door je aarde grondig om te spitten verstoor je de bodemstructuur.
  • Je verwijdert de bovenste vruchtbare toplaag bij zandgrond. Die komt dieper in de grond terecht.

Wil je om die redenen liever niet spitten? Breng dan in de winter een mulchlaag met grasmaaisel op de grond aan. Deze humusrijke laag verdwijnt vanzelf in de grond door het werk van wormen en andere diertjes. Zo verbeter je op een natuurlijke manier de bodem met weinig inspanning. De laag beschermt je bodem ook tegen vorst en zware regenval.

Welk gereedschap gebruik je om je moestuin om te spitten?

Aan de basis van een goed onderhouden tuin ligt degelijk tuingereedschap:


Het volgende gereedschap heb je nodig om je (moes)tuin te onderhouden:

  • Een spade gebruik je o.a. om te spitten en plantengaten te maken.
  • Met een hark egaliseer je de grond.
  • Ga onkruid te lijf met een schoffel.
  • Werk de grond los met een spitvork.
  • Een snoeischaar voor al je snoeiwerk.
  • Met een plantenspuit hou je o.a. het zaaigoed in je serre vochtig.

Kies bij de aanschaf van een spade en schoffel voor een exemplaar waarmee je je rug ontlast:

  • Let op de lengte van de steel. De steel van de hark of schoffel is best even groot of groter dan de persoon die ermee werkt.
  • Kies voor lichtgewicht materiaal.
  • Sommige spadestelen hebben een T- of D-greep voor extra comfort.

Je hebt ook vaak de keuze tussen blank of gevernist hout. Een geverniste steel beschermt het hout tegen regen.

Afbeelding van tuingereedschap - Aveve

Spit verstandig: voorkom rugpijn

Spitten is een van de meest intensieve klussen in je tuin. Een klus waardoor veel mensen last krijgen van hun rug. Enkele tips om de meeste rugpijn te voorkomen:

  • Zorg voor een spade die bij jou past qua lengte en een goed scherp blad heeft.
  • Houd rekening met de grondsoort: voor lichte grond is een korte, maar brede spade het meest geschikt. Voor zware grond een lange, smallere spade.
  • Houd de spade lichtjes schuin, zodat die niet te diep de grond in gaat.
  • Til de spade met de aarde niet hoger op dan nodig is.
  • Spit liever elke dag een stukje, dan in één keer de hele tuin.

Met al deze handige tips bereid jij de grond van je moestuin voor als een echte professional.

Onze medewerkers staan steeds voor jou klaar in de winkel met gericht advies. Je vindt er alles wat je nodig hebt voor je dieren, de tuin en om heerlijke lekkernijen op tafel te toveren.

Vind een winkel in je buurt

Actievoorwaarden

Actie geldig van tot en met