Thuisgeleverd binnen 1 tot 3 werkdagen Gratis verzending vanaf € 49 (tot 59 kg)* Gratis retourneren Ophalen in > 200 winkels

Zelf bonen kweken: makkelijk en lekker

Lekker verse boontjes op je bord! Bonen kweken is makkelijk en heel erg leuk. Bonen behoren tot de makkelijkste en grootste groentefamilie. Je hebt dus heel veel keuze aan bonen en veel variëteit in smaken. Dat maakt het telen van bonen nog interessanter.

Met kwalitatieve producten laat je jouw moestuin floreren.

Welke bonen kweken

Er is best wel wat keuze in bonen. Naast populaire soorten zoals sperziebonen, snijbonen en tuinbonen zijn er ook nog tal van andere heerlijke bonen. Denk maar aan de paarse Amethyst bonen, de Flambo bonen met hun grote, rood gevlekte zaden of mungbonen. Experimenteer met verschillende soorten en ontdek welke jij het lekkerst vindt.

Sperziebonen

  • De bekendste bonen hebben een licht zoete smaak.
  • Je kent ze ook wel onder de naam prinsessenboontjes.

Spekbonen

  • Spekbonen geven een ronde, grove en vlezige boon en ze zijn een beetje zoet van smaak.
  • Je kunt ze langer aan de plant laten hangen dan de sperzieboon.

Snijbonen

  • Platte en lange bonen met een volle, licht zoete smaak.
  • Worden meestal aan stokken geteeld. Maar er bestaan ook struikvormen.
  • Na de oogst snij je de boon in stukken

Afbeelding van sperziebonen - spekbonen - snijbonen

Pronkbonen

  • De smaak van pronkbonen is meestal iets sterker dan van sperziebonen .
  • Pronkbonen zijn sterk en hebben prachtige bloemen.
  • Het zijn snelle groeiers.
  • Ze zijn vaak eerder te oogsten dan andere soorten bonen

Droogbonen

  • Droogbonen zijn in onze contreien minder populair om te eten. Behalve de witte en bruine bonen.
  • Je eet van droogbonen alleen het zaad.
  • In Italië en Griekenland is de Borlotti boon en de grote witte boon heel populair in gerechten.

Tuinbonen

  • Oudere tuinbonen smaken een beetje bitter. Hoe ouder de boon, hoe sterker de smaak. Jonge bonen hebben een zachte, volle smaak.
  • Behoren, net als andere bonen, tot de vlinderbloemige planten.
  • Maar ze behoren officieel niet tot de bonenfamilie

Afbeelding van pronkbonen - droogbonen - tuinbonen - Aveve

Stokbonen en struikbonen

Bonen verdelen we onder in de manier waarop ze groeien.

  • Staak- of stokbonen groeien in de hoogte, men noemt ze ook wel hoge bonen. Ze groeien wel tot 2 à 3 meter hoog.
  • Struik- of stambonen groeien niet hoger dan een halve meter, men noemt ze ook lage bonen.

Stokbonen versus struikbonen, enkele weetjes op een rij:

Stokbonen

Struikbonen

Ondersteuning nodig met stokken, met een klimrek of klimgaas

Weinig tot geen ondersteuning nodig

Weinig tot geen ondersteuning nodig

Gekweekt in volle grond of in een pot

Stevige oogst, veel opbrengst per m2

Lagere opbrengst per m2

Makkelijk te plukken, goed bereikbaar

Moeilijker te plukken, laag bij de grond

Afbeelding van enkele volgroeide struikbonen planten - Aveve

Bodem voorbereiden voor bonen

Bonen zijn heel makkelijke groenten om te telen. Ze groeien eigenlijk bijna overal. Een goede voedingsbodem helpt je bonen sneller kiemen en beter groeien.

Enkele tips om je bodem te optimaliseren voor boontjes:

  • Bonen houden niet van zure grond. Test de pH-waarde van je bodem alvorens je bonen plant. Als de pH-waarde lager is dan 5,5 is de grond te zuur.
  • Breng de zuurtegraad op peil door kalkkorrels of zeewierkalk door de bodem te verwerken.
  • Bonen houden ook niet van natte grond. Zorg voor een bodem die goed water doorlaat. Een humusrijke bodem werkt uitstekend voor je bonenplantjes. Humus zorgt ervoor dat water geleidelijk aan wordt afgegeven en daar houden je bonen van.
  • Werk wat bodemverbeteraar door je grond. Je planten nemen hierdoor makkelijker voedingsstoffen op en het zorgt voor meer humus.
  • Bonen houden ook van warme grond. Je helpt de aarde met opwarmen door een vliesdoek te spannen. Doe dit enkele weken voordat je bonen plant. Je houdt er de grond ook meteen droog mee. Twee vliegen in één klap!

Bonen laten voorkiemen

Door je bonen binnen voor te kiemen verkort je de groeitijd wanneer je ze buiten uitplant. Door zaden voor te kiemen hebben je bonen veel meer kans op succes. Muizen en vogels zijn helemaal gek op boonzaad. De kans is dus groot dat je zaden opgegeten worden voor ze de kans krijgen te groeien.

Een populaire methode om boonzaden voor te kiemen:

  • Neem een bakje of schoteltje.
  • Leg er enkele vellen keukenpapier op.
  • Sproei de vellen nat met een plantenspuit of giet er een beetje water over.
  • Leg de zaden op het vochtige keukenpapier.
  • Dek af met een deksel.
  • Zet de bonenzaden op een warme plek, een temperatuur rond de 20°C is ideaal.
  • Na enkele dagen gaan de zaden kiemen. Hou het papier licht vochtig.
  • Groeien er enkele blaadjes aan de kiemen? Dan plant je de kiemen in aparte potjes met zaai-en stekgrond.

Zaai je graag in potjes?

  • Gebruik zaai- en stekgrond.
  • Steek enkele zaadjes per potje.
  • Steek de zaadjes ongeveer 2 cm diep in de grond.
  • Na 1 à 2 weken groeien de kiemen boven de grond.

Afbeelding van voorgekiemde bonen - Aveve

Bonen planten of zaaien doe je zo

Bonen planten of zaaien doe je na 15 mei, na de ijsheiligen. Bonen houden niet van koude, daarom wacht je best tot het niet meer vriest. De laatste bonen zaai je tot half juli. Zo komen al de bonen nog uit voor het buiten te koud wordt.

  • Leg de boonzaadjes een nachtje in een kommetje met water. Je zaadjes nemen water op en gaan tot wel een week sneller ontkiemen als je ze in potjes plant.
  • Of laat je boontjes voorkiemen zoals hierboven beschreven.
  • Je kan natuurlijk ook kiezen om bonenplantjes te kopen. Je plant ze meteen buiten uit en verkort zo ook weer de groeitijd van je boontjes.
  • Let op naast welke planten je bonen zet. Goede buren voor boontjes zijn: maïs, komkommer en aardappelen. Slechte buren zijn: Uien, bieten en koolrabi.
  • Bonen zijn goede groenten om in een serre te planten. Ze houden van warme grond en van een constante temperatuur. In een serre zorg je zelf voor de bewatering van je planten. Hierdoor bescherm je je planten tegen overvloedige regenbuien.
  • Ook in volle grond doen bonen het goed. Bij voorwaarde dat de zomer niet te nat en te koud is.

Kies je om je bonen te zaaien? Zo ga je te werk:

  • Kies een zonnige plaats in je tuin. Je bonen groeien beter in de zon én ze smaken lekkerder.
  • Eigenlijk spreken we over bonen leggen en niet over bonen zaaien. Je legt de boontjes immers letterlijk in de aarde.
  • Steek je boontjes 2 cm diep onder de grond. Druk de grond niet aan.
  • Zaai je boontjes ongeveer 10 cm uit elkaar in rijen.
  • Hou ongeveer 40 cm tussen de rijen.
  • Plaats voor stokbonen om de halve meter 2 stokken tegenover elkaar en naar elkaar toe. De stokken vormen zo een soort tipi. Een stevige formatie waar je boontjes graag langs omhoog groeien. Zaai enkele boontjes aan de binnenkant rond de stokken.

Afbeelding van stokken met kleine bonenplantjes naast - Aveve

Kies je om bonenplantjes te planten? Zo ga je te werk:

  • Zet je plantjes in de grond op een rij.
  • Zet je plantjes 1 per keer en hou ongeveer 10 cm tussen de plantjes.
  • Of zet je plantjes in kleine groepjes van bijvoorbeeld 4 plantjes.
  • Na het planten verschijnen er eerst bloemen aan je planten. Hieruit groeien later de boontjes.

Tuinbonen leggen gaat net iets anders. Tuinbonen behoren niet tot de bonenfamilie en kunnen wel wat koude verdragen.

  • Leg ze in de grond vanaf maart of april.
  • Leg de bonen net zo diep als ze groot zijn.
  • Bescherm ze tegen stevige vrieskou met een vliesdoek.
  • Tuinbonen zijn gevoelig aan zwarte bonenluis. Zaai je bonen vroeg, dan heb je minder kans op luizen. Heb je toch last van luizen? Zet de natuurlijke vijand in: lieveheersbeestjes.

Afbeelding van bonenplantjes in volle grond geplant - Aveve

Bonen onderhouden tijdens de groei

Bonen hebben heel weinig nodig om goed te groeien. Boontjes groeien eigenlijk bijna vanzelf. Wat hebben jouw boontjes graag?

  • Stokbonen hebben extra steun nodig. Plant een klimstok naast je zaden of bind grotere planten op met een touw bovenaan je serre. Een klimgaas werkt ook heel goed.
  • Bonen houden niet van verse mest. Meng voor het planten een portie compost of bodemverbeteraar door de grond. Hier komen ze het ganse seizoen mee toe.
  • Geef je planten regelmatig water. Maar zorg dat je bonen geen natte voeten hebben.
  • Verwijder onkruid uit de bodem.

Bonen slagen stikstof uit de lucht op in knobbeltjes in hun wortels. Deze knobbeltjes geven stikstof geleidelijk af aan de bodem. Je gebruikt dus geen mest bij je bonenplanten.

Bonen oogsten

Spreid je oogst door bonen op verspreide tijdstippen te zaaien. Zaai meerdere keren boontjes tussen half mei en half juli. Zo oogst je meermaals lekkere boontjes. Wissel ook af tussen struikboontjes en staakboontjes. Struikboontjes groeien niet zo hoog en kan je sneller oogsten.

  • Naargelang het soort boontjes hebben boontjes ongeveer tussen de 50 à 90 dagen nodig om te groeien voordat je ze oogst.
  • Pluk de rijpe bonen van de plant met je handen. Probeer de plant niet te beschadigen. Scheurtjes zijn immers heel aantrekkelijk voor schimmels of ziektekiemen. Hou de stengel van de plant goed vast wanneer je plukt.
  • Of gebruik een ontsmet knipschaartje of mesje om je boontjes los te knippen. Laat nog een stukje stengel aan de boontjes zitten. Zo blijven ze langer vers.
  • Door tijdig te plukken stimuleer je de plant om meer bonen te groeien.

Na de oogst eet je boontjes best zo snel mogelijk op. Ze zijn dan het lekkerst van smaak en heerlijk knapperig. Leg je boontjes op een koele, donkere plaats.

Boontjes zijn heel makkelijk in te vriezen. Blancheer ze 3 minuutjes in kokend water voor het beste resultaat.

Heb je nog vragen over boontjes of over het zaaien van andere groenten? Vraag raad aan een van onze medewerkers bij Aveve.

Onze medewerkers staan steeds voor jou klaar in de winkel met gericht advies. Je vindt er alles wat je nodig hebt voor je dieren, de tuin en om heerlijke lekkernijen op tafel te toveren.

Vind een winkel in je buurt

Afbeelding van rijpe boontjes aan een plant - Aveve

Actievoorwaarden

Actie geldig van tot en met