Deze website gebruikt cookies. Externe partijen, waaronder facebook, kunnen mogelijk cookies, webbakens en andere opslagtechnologieën gebruiken voor het verzamelen en het ontvangen van gegevens over jou en het gebruik dat je maakt van onze website en elders op internet. Deze gegevens worden gebruikt voor het aanbieden van services op maat en gerichte advertenties. Indien je meer informatie wenst over cookies, gelieve hier te klikken. Het verder gebruiken van deze website impliceert jouw toestemming tot het plaatsen van deze cookies.
Fruitbomen snoeien is een klusje dat je ieder jaar moet doen. Een goede snoei levert een grote en gezonde oogst op. Wanneer je eenmaal weet hoe je fruitbomen snoeit, is het niet moeilijk meer.
De snoeiperiode van fruitbomen is verschillend per soort. We verdelen fruitbomen in twee soorten: pitfruit en steenfruit. Tot pitfruit behoort fruit met, zoals de naam al zegt, een pit. Bijvoorbeeld appels, peren en (sier)kwee. Pitfruitbomen snoei je het best op een droge, winterse dag in januari-maart. De bomen zijn dan in rust en de structuur van de takken is goed zichtbaar, wat heel handig is bij het snoeien. Tot steenfruit behoort fruit waarvan het zaad in een hard omhulsel zit: de steen. Pruimen, (sier)kersen en abrikozen bijvoorbeeld. Steenfruitbomen snoei je het best direct na de oogst, midden in de zomer. De snoeiwonden genezen in de zomer snel waardoor de kans op loodglans kleiner is.
Haal beschadigd en dood hout weg en verwijder kruisende takken. Kijk goed hoe je boom eruit ziet. De dikke bloemknoppen groeien in de regel aan de kortloten, die spaar je uiteraard. Het is vooral belangrijk dat de boomvorm open blijft, zodat er voldoende licht op de vruchten valt. Appels en peren zijn zeer geschikt om in leivorm te kweken. Als je de takken horizontaal uitbuigt en vastmaakt aan bijvoorbeeld leidraad, draagt de boom veel meer vrucht. In de zomer haal je de waterloten weg, dit zijn takken die recht omhoog schieten. Schrik niet als de boom in juni vruchten laat vallen, deze junival is heel normaal. Help de boom door het teveel aan vruchten te verwijderen, zodat de overgebleven appels en peren alle ruimte hebben om uit te groeien tot mooie vruchten. Het teveel aan vruchten weghalen wordt ook wel uitdunnen genoemd.
Deze fruitbomen snoei je in de zomer, direct na de oogst. Pruimenbomen: snoei scheuten die in het voorgaande seizoen zijn gevormd terug tot vier tot zes knoppen vanaf de basis. Het oude hout herken je aan het kleurverschil. Jonger hout heeft een zilvergrijze kleur, de oude takken zijn bruinachtig. Snoei net boven de knop en knip de tak schuin af zodat regenwater snel wegloopt. Bij kersenbomen haal je de kruisende en steil groeiende twijgen weg. Laat aan een jonge boom de eindknop van elke tak zitten tot de gewenste taklengte is bereikt. Van een oudere boom haal je de eindknop weg, zo stop je de groei. Vruchtdragende sporen vormen zich in de buurt van de basis van de gesnoeide takken.
Fruitbomen snoeien is gemakkelijker als je de boom goed in de gaten houdt. Let op gescheurde of gebroken takken, op concurrerende hoofdscheuten en op verkleuring veroorzaakt door dood of ziek hout. Zieke takken verwijder je direct. Snoei je veel takken weg, dan zal de boom krachtig uitlopen. Bij lichte snoei is de hergroei veel minder sterk. Let daarnaast erg goed op de juiste tijd en weersomstandigheden. Wanneer je pitfruitbomen te vroeg snoeit, bestaat er kans op vruchtboomkanker. Een ziekte die zich vooral tijdens vochtige herfstmaanden verspreidt, je herkent de ziekte aan donkere vlekjes rondom een knop of de voet van een zijtak, de bast zal snel scheuren op deze plekjes. En wanneer je steenfruitbomen te laat snoeit, is de kans op loodglansschimmel erg groot. Loodglansschimmel herken je aan de vreemde loodkleurige vlekken op de bladeren.
Extra tips:
Wat zeggen anderen