Deze website gebruikt cookies. Externe partijen, waaronder facebook, kunnen mogelijk cookies, webbakens en andere opslagtechnologieën gebruiken voor het verzamelen en het ontvangen van gegevens over jou en het gebruik dat je maakt van onze website en elders op internet. Deze gegevens worden gebruikt voor het aanbieden van services op maat en gerichte advertenties. Indien je meer informatie wenst over cookies, gelieve hier te klikken. Het verder gebruiken van deze website impliceert jouw toestemming tot het plaatsen van deze cookies.
De moeflon staat bekend als de stamvader van alle West-Europese gedomesticeerde schapenrassen. Het is het enige wilde Europese schaap dat nog bestaat. Op Corsica en Sardinië zijn er nog enkele populaties. Die zijn wel bedreigd in hun voortbestaan en hebben slechts een paar honderd dieren. Moeflons zijn vanuit Corsica en Sardinië naar België en Nederland geëxporteerd. Je vindt ze onder meer terug in de Ardennen. De dieren zien er prachtig uit. Ze hebben roodbruin haar (geen wol), een schouderhoogte van 75-85 cm en een gewicht van 25 tot 40 kg. Als hobbydieren zijn ze voor de beginners minder geschikt. Ze laten zich niet gemakkelijk benaderen. Om hun gezondheid te controleren of klauwen te kappen moet je behendig zijn. Zijn ze eenmaal gewend aan hun verzorger, dan wordt de omgang makkelijker. Toch is dit dier het beste thuis in de vrije natuur of bij een ervaren schapenhouder.
De populairste Belgische schapenrassen zijn:
De Ardense voskop is goed in buiten overwinteren. Dit schaap is wel wat schuw tegenover vreemden. Het Belgische melkschaap is fijn gebouwd en staat bekend voor zijn zacht romige melk. De Entre-Sambre-et-Meuse is een kruising uit het Ardense schaap en het Merinoschaap en een zeldzaam ras. Houtlandschapen zijn meestal ongehoornd en heel vruchtbaar met worpen van twee tot drie lammeren per keer. Het Houtlandschaap produceert vlees van goede kwaliteit. Het Kempense schaap heeft ook Merinobloed en produceert daardoor wol van een betere kwaliteit dan andere heideschapenrassen. Het Lakense schaap staat laag op zijn poten en heeft een zware buik. Kop en poten hebben een mooie beige glanskleur. Het bolletje wol op het voorhoofd, een erfenis van Engelse voorouders, maakt dit ras heel herkenbaar. Het Vlaamse kuddeschaap is robuust en uiterst geschikt voor intensieve begrazing. Het Vlaamse schaap staat hoog op de poten en heeft een flinke wolproductie.
Ook Nederlandse schapenrassen worden veel gehouden. Degene die je daarbij het vaakst tegenkomt, zijn:
De Texelaar is het bekendste Nederlandse schaap. Het lam groeit snel op, met de juiste vlees-vetverhouding. Schapenfokkers zetten vaak Texelaars in als slachtlamvaderdieren omdat ze zo goed bevleesd zijn. De Swifter is een kruising uit een Texelaarram en een Vlaams melkschaapooi. Dit zijn vruchtbare fokdieren die goed melk geven.
De Flevolander, Noordhollander en Blauwe Texelaar zijn schapen die worden gehouden voor vleesproductie. De Zwartbles is een dubbeldoelras: fokkers kweken dit schaap voor zowel vlees als melk. Door zijn makke en vriendelijke karakter is het erg geschikt als hobbydier. Het Drentsch, Veluws en Kempisch heideschaap en de Schoonbeeker hebben een lage vruchtbaarheid en hun voortbestaan is daardoor een uitdaging. Het Kempisch heideschaap is in staat een bijzondere band op te bouwen met zijn verzorger. Kenmerkend voor het Fries-Zeeuwse melkschaap zijn de witte hoeven en blanke snuit. Zijn rustige gedrag maakt het een geliefd dier op kinderboerderijen.
De interesse in buitenlandse schapenrassen is groot. De populairste zijn:
De Hampshire Down is een typisch Engels schaap, met karakteristieke, redelijk lange oren die dwars op de wollige kop staan. De ooien geven goede moederzorg en de lammeren groeien snel.
De Suffolk is een groot (vlees)schaap waarvan de ram tot wel 120 kg weegt. De Clun Forest is een vlees- en wolschaap, met een elegante uitstraling. De Ouessant behoort tot de kleinste schapenrassen, met een hoogte van 45 à50 cm en een gewicht tussen 13 en 16 kg.
Het Gotland pelsschaap uit Zweden wordt gefokt om zijn goede huid voor leren kleding, vlees en wol. De Skudde is een sober schaap, met een goede weerstand en sterke hoeven. De ooien zijn het hele jaar bronstig en de ram heeft fraai gedraaide horens. Bleu du Maine is een Frans, groot schapenras, dat gemakkelijk lammert. Meestal wordt het gekweekt voor het vlees en ingekruist met andere vleesschapen. Het Schotse Soayschaap is een klein, schuw dier dat verhaart in het voorjaar. Scheren is niet nodig.
Afhankelijk van je wensen kijk je per schapenras onder meer naar:
Wat zeggen anderen