Deze website gebruikt cookies. Externe partijen, waaronder facebook, kunnen mogelijk cookies, webbakens en andere opslagtechnologieën gebruiken voor het verzamelen en het ontvangen van gegevens over jou en het gebruik dat je maakt van onze website en elders op internet. Deze gegevens worden gebruikt voor het aanbieden van services op maat en gerichte advertenties. Indien je meer informatie wenst over cookies, gelieve hier te klikken. Het verder gebruiken van deze website impliceert jouw toestemming tot het plaatsen van deze cookies.
Wat je paard best eet, hangt voor een groot deel af van wat je ermee doet. Leer de verschillende voedingsbestanddelen kennen om te ontdekken wat en hoeveel je dier nodig heeft.
Eiwitten dienen als bouwstenen voor de spieren van je paard. Maar ook de huid, de haren en de darmcellen bestaan uit eiwitten. Je paard heeft elke dag een minimale hoeveelheid eiwit nodig om gezond te zijn. Want dagelijks is een deel van de eiwitten in het paardenlichaam aan vervanging toe. Dit voortdurende proces van afbraak en opbouw van eiwitten houdt het dier fit. Hoe intensiever je met je paard rijdt, hoe groter zijn nood aan eiwitten. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Er is een verschil tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren. Het lichaam van het paard maakt essentiële aminozuren niet zelf aan. Je paard moet ze via zijn rantsoen binnenkrijgen. Niet-essentiële aminozuren maakt het paardenlichaam wel zelf aan.
Je paard haalt zijn energie voor het grootste deel uit de vertering van vezels. Wel 60 tot 80%! De bacteriën die in de blinde en dikke darm vezels verteren zijn daarvoor verantwoordelijk. De vezels zijn vooral afkomstig uit het ruwvoeder. Daarmee zie je hoe belangrijk het is om je paard voldoende hooi en voordroog te geven. De overige 20 tot 40% van zijn kracht haalt je paard uit zetmeel, suiker en vet.
Voorkom dat je paard te veel suiker en zetmeel eet. Dat leidt namelijk tot overgewicht en darmstoornissen. Gebruik krachtvoeder alleen als aanvulling. Daarin zit veel zetmeel: ongeveer 30 tot 35 % van het totaal. Je paard breekt al het zetmeel af. Komt het uit haver, dan heeft je dier daar geen moeite mee. Zijn lichaam breekt dat gemakkelijk af tot suiker. Komt het uit tarwe, maïs of gerst, dan is het een ander verhaal. Deze granen worden dan ook verhit of gekneusd om ze beter verteerbaar te maken. Naast alle suikers die je paard via de omzetting van het zetmeel in zijn bloed krijgt, zit suiker ook als los bestandsdeel in krachtvoeder: 5 tot 8 %.
Een norm voor de nood aan suiker en zetmeel is er niet voor paarden. Het hangt sterk af van de hoeveelheid energie die je dier verbruikt. Een paard dat veel werkt, mag best wat suiker eten. Zolang het maar in balans is met wat het verbrandt tijdens de training. Als brandstof voor zijn training gebruikt je paard verschillende energiebronnen. De twee belangrijkste zijn: suiker/zetmeel en olie/vet. Zetmeel is niets anders dan een heleboel suikermoleculen aan elkaar geplakt. Oliën en vetten breekt het lichaam van je paard af tot vetzuren. Er zijn - in vergelijking tot suikers - meer stappen nodig om vet af te breken tot vetzuren. Daardoor duurt het langer voordat de energie beschikbaar is. Maar: vetzuren leveren drie keer zoveel energie als suikers. Voor duursport waar uithoudingsvermogen voor nodig is, heeft je paard voeding nodig met relatief veel olie of vet. Voor meer explosieve arbeid (zoals bijvoorbeeld springen) worden de snel samentrekkende spieren van je paard aangesproken en is voeding met een relatief hoog suiker/zetmeel gehalte geschikt.
Hoe het dagrantsoen van je paard eruitziet, is afhankelijk van zijn leeftijd, gewicht, hoogte en dagbesteding. Daarnaast speelt ook de voedingswaarde van zijn ruwvoeder een grote rol. Twijfel je over die waarde? Neem contact op met je AVEVE-winkel voor een gespecialiseerde rantsoenberekening of voor een ruwvoeranalyse. Hoe beter de kwaliteit, hoe minder aanvullend krachtvoeder je hoeft te geven. Staar je niet blind op vaste hoeveelheden, ieder paard is immers anders. Oogt je dier gezond, glimt zijn vacht en werkt hij met plezier, maak je dan geen zorgen. Als extra houvast geven we enkele voorbeelden van dagrantsoenen mee:
Dagrantsoen voor een recreatiepaard
Krachtvoer: 300tot 500 g per 100 kg lichaamsgewicht
Ruwvoer: 1 tot 1,5 kg droge stof per 100 kg lichaamsgewicht
Dagrantsoen voor een paard dat lichte arbeid levert
Krachtvoer: 500 tot 750 g per 100 kg lichaamsgewicht
Ruwvoer: 1 tot 1,5 kg droge stof per 100 kg lichaamsgewicht
Dagrantsoen voor een topsportpaard
Krachtvoer: 500 tot 750 g per 100 kg lichaamsgewicht
Ruwvoer: 1 tot 1,5 kg droge stof per 100 kg lichaamsgewicht
Wat zeggen anderen