Deze website gebruikt cookies. Indien je meer informatie wenst over cookies, gelieve hier te klikken. Het verder gebruiken van deze website impliceert jouw toestemming tot het plaatsen van deze cookies.
Gras in verse of gedroogde vorm (ruwvoeder) is de basis voor ieder paardenrantsoen. Afhankelijk van het werk dat je paard doet, vul je zijn dieet aan met een beperkte hoeveelheid krachtvoeder.
De voeding van een paard bestaat uit ruwvoeder en krachtvoeder, waarbij het grootste gedeelte altijd uit ruwvoeder als hooi en kuilgras bestaat. Krachtvoeder gebruik je om te voldoen aan eventuele extra behoeften naast de basisvoeding. Rij je recreatief, dan heeft je paard waarschijnlijk voldoende aan een recreatiemengeling. Bij intensieve training heeft je paard wat meer energie nodig. Kies dan een krachtvoeder dat overeenstemt met het karakter van je paard, zijn leeftijd, de trainingsintensiteit en mogelijke gevoeligheden van je paard.
De ideale verhouding tussen ruwvoeder en krachtvoeder is 70 à 30 %. Heb je hooi of voordroog van uitstekende kwaliteit, dan mag je de hoeveelheid mengeling wat verminderen. Staat je paard enkel in de wei of rij je alleen recreatief, dan heeft je paard minder krachtvoeder nodig dan wanneer je actief wedstrijden rijdt en veel van je paard vraagt. Een volwassen paard krijgt afhankelijk van het trainingsniveau, temperament en zijn algemene conditie gemiddeld twee tot drie kilogram krachtvoeder per dag.
De waarde van paardenvoeding wordt uitgedrukt in VEP (Voeder Eenheid Paarden) en varieert van 650 VEP (basismengeling) tot 900 VEP (sportmengeling). Ideaal is een VEP die tussen 730 en 770 per kilogram droge stof ligt. Het standaardadvies is om één tot anderhalve kilo droge stof per 100 kilogram lichaamsgewicht te voeren. Een paard van 600 kg zou dan dagelijks ongeveer 9 kg droge stof nodig hebben. In één kg gras zit 0,2 kg droge stof, in 1 kg hooi zit 0,85 kg droge stof en in één kg voordroog zit 0,7 kg droge stof.
Zie ook: Voedingscalculator voor het paard
Reacties van anderen