Deze website gebruikt cookies. Externe partijen, waaronder facebook, kunnen mogelijk cookies, webbakens en andere opslagtechnologieën gebruiken voor het verzamelen en het ontvangen van gegevens over jou en het gebruik dat je maakt van onze website en elders op internet. Deze gegevens worden gebruikt voor het aanbieden van services op maat en gerichte advertenties. Indien je meer informatie wenst over cookies, gelieve hier te klikken. Het verder gebruiken van deze website impliceert jouw toestemming tot het plaatsen van deze cookies.
Vlinders vertoeven langer in een tuin met de voorzieningen die hen helpen te overleven. Ze hebben behoefte aan een gevarieerde omgeving: hoge en lage planten, bomen, struiken, kruiden en ook in het gazon liefst afwisseling tussen hogere en lagere plekken.
Bij koude houden vlinders zich schuil op een beschut plekje en wachten tot het weer betert. Is het echt te warm, dan zoeken ze de schaduw op. Vlinders verkiezen dus warme hoekjes gericht op de zon. Wil je hun ook beschutting bieden tegen de wind, plant dan nectarrijke bloemen aan de voet van een muur, haag of heg.
Vlinders hebben de planten in je tuin ook nodig als herkenningspunten. In grote bloemenperken met maar één plantensoort vliegen ze verloren. Hoog uitstekende planten gebruiken mannetjes als uitkijkpost om vrouwtjes te zoeken. Sommige soorten zoals het bont zandoogje, de atalanta of het groot dikkopje verdedigen vanaf die uitkijkpost een territorium. Op lage planten kunnen vlinders zonnen of partners zoeken.
Elke vlindersoort heeft zijn eigen methode om de winter door te komen: als eitje, rups, pop of vlinder. De meeste vlinders overwinteren als rups of pop. Soorten die als volwassen vlinder overwinteren zie je al in het voorjaar (citroenvlinder, kleine vos, dagpauwoog). Daarna volgen de pop-overwinteraars (koninginnenpage, landkaartje, oranjetipje). Sommige soorten zoals de atalanta en de distelvlinder vliegen in de winter naar het warme zuiden. In het voorjaar keert een nieuwe generatie weer terug.
Eitjes, rupsen en poppen zitten op planten of uitgebloeide stengels, in het strooisel, onder dorre bladeren, in het gras of in de grond. Ruim je tuin dus niet te proper op voor de winter. In een schoongeharkte tuin kan geen vlinder overwinteren.
Wil je meer vlinders in je tuin? Met deze tips lukt het zeker:
Wat zeggen anderen [3 Reacties]